Opgezet exemplaar uit museumcollectie
  • (IPA in voorbereiding)
  • gro·te pit·ta
enkelvoud meervoud
naamwoord grote pitta grote pitta's
verkleinwoord groot pittaatje grote pittaatjes

de grote pittav / m

  1. (zangvogels) Pitta maxima   een vogelsoort uit de familie van pitta's (Pittidae). De grote pitta is endemisch op de eilanden van de Noord-Molukken zoals Halmahera en telt 2 ondersoorten