grote grondvink
- (IPA in voorbereiding)
- gro·te grond·vink
- verbinding van grote en grondvink
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | grote grondvink | grote grondvinken |
verkleinwoord | groot grondvinkje | grote grondvinkjes |
- (zangvogels) Geospiza magnirostris een van de zogenaamde darwinvinken, zangvogels uit de grote Amerikaanse familie Thraupidae (tangaren). De darwinvinken komen als endemische soorten alleen voor op de Galapagoseilanden
- Het woord 'grote grondvink' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.