Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • gro·te gras·mot
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord grote grasmot grote grasmotten
verkleinwoord groot grasmotje grote grasmotjes

Zelfstandig naamwoord

de grote grasmotv / m

  1. (vlinders) Pediasia fascelinella   een vlinder uit de familie grasmotten (Crambidae). De spanwijdte van de vlinder bedraagt tussen de 24 en 30 millimeter. De soort overwintert als rups. De grote grasmot heeft soorten uit de grassenfamilie als waardplanten
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie