grootvin-gratenvis
- (IPA in voorbereiding)
- groot·vin·gra·ten·vis
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | grootvin-gratenvis | grootvin-gratenvissen |
verkleinwoord | grootvin-gratenvisje | grootvin-gratenvisjes |
de grootvin-gratenvis m
- (straalvinnigen) Pterothrissus belloci een straalvinnige vis uit de familie van gratenvissen (Albulidae ) en behoort derhalve tot de orde van gratenvisachtigen (Albuliformes ). De vis kan een lengte bereiken van 40 cm
- gratenvissen, gratenvisachtigen, tarpon- en aalachtigen, beenvissen, straalvinnigen, beenvisachtigen, gewervelden, chordadieren, dieren
- Het woord 'grootvin-gratenvis' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.