grootoogbrasem
- (IPA in voorbereiding)
- groot·oog·bra·sem
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | grootoogbrasem | grootoogbrasems |
verkleinwoord | grootoogbrasempje | grootoogbrasempjes |
de grootoogbrasem m
- (straalvinnigen) Gymnocranius grandoculis een straalvinnige vissensoort uit de familie van de straatvegers (Lethrinidae ). De wetenschappelijke naam van de soort is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1830 door Valenciennes
- straatvegers, baarsvissen, baarsachtigen, stekelvinnigen, beenvissen, straalvinnigen, beenvisachtigen, gewervelden, chordadieren, dieren
- Het woord 'grootoogbrasem' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.