grootlicht
- Geluid: grootlicht (hulp, bestand)
- groot·licht
- samenstelling van groot en licht
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | grootlicht | grootlichten |
verkleinwoord | grootlichtje | grootlichtjes |
het grootlicht o
- (verkeer) de verlichting van een voertuig dat bedoeld is om de weg voor het voertuig te verlichten over een grote afstand.
- Door het grootlicht zagen we in de verte nog snel een ree oversteken.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.