Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • grond·zee
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord grondzee grondzeeën
verkleinwoord grondzeetje grondzeetjes

Zelfstandig naamwoord

de grondzeev / m

  1. op zee lopende golven, die tengevolge van afnemende waterdiepte hoger en steiler worden, vergelijkbaar met de wijze waarop golven van de branding zich verheffen
     Het woei nog steeds hard, de lange golven van lager wal braken links en rechts met schuimende grondzeeën op de ondieptes.[3]
     Ach. Die vrouw drinkt: 'Ze liet de vloeistof in haar glas schommelen als een grondzee.' Goed schommelen is het halve werk.[4]
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen