groenbuikgaasvlieg

Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • groen·buik·gaas·vlieg
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord groenbuikgaasvlieg groenbuikgaasvliegen
verkleinwoord groenbuikgaasvliegje groenbuikgaasvliegjes

Zelfstandig naamwoord

de groenbuikgaasvliegv / m

  1. (netvleugeligen) Pseudomallada prasinus   een insect uit de familie van de gaasvliegen (Chrysopidae), die tot de orde netvleugeligen (Neuroptera) behoort. De soort is voor het eerst wetenschappelijk beschreven door Burmeister in 1839
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie