• groei·tem·po
enkelvoud meervoud
naamwoord groeitempo groeitempo's
verkleinwoord

het groeitempoo

  1. (economie) de snelheid waarmee een bedrijf of land economisch groeit
     ABN Amro denkt dat de wereldwijde productie steeds meer in die landen gaat plaatsvinden. "Het verwachte aanhoudende verschil in groeitempo met industrielanden zorgt ervoor dat het economische zwaartepunt in de toekomst nog verder zal verschuiven", zegt Marijke Zewuster, hoofd emerging markets van ABN Amro.[1]
     De iPhone is goed voor de helft van de omzet van Apple. Analisten denken dat het hoogtepunt van de iPhone voorbij is. De afgelopen tijd schroefde Apple opdrachten voor toeleveranciers terug. Dat roept de vraag op waar Apple mee gaat komen om zijn groeitempo te handhaven.[2]
  2. de snelheid waarmee een bepaald verschijnsel in omvang toeneemt
     Op 1 januari waren er nog 299.000 verzekerden met een betalingsachterstand van minimaal een half jaar. Op 1 april was hun aantal opgelopen tot 306.000 en op 1 juni stond de teller op 314.000. Met dit groeitempo komt het aantal wanbetalers van wie de premie geïncasseerd wordt door loonbeslag dit jaar uit op ongeveer 340.000.[3]
  3. (biologie) de snelheid waarmee een organisme zich ontwikkelt
  1.   Weblink bron “ABN Amro: let op Indonesië, Maleisië en Vietnam” (Dinsdag 9 december 2014, 06:09), NOS
  2.   Weblink bron “Verkoopcijfers iPhone vallen tegen” (Woensdag 23 januari 2013, 23:33), NOS
  3.   Weblink bron
    Rinke van den Brink en Bart Kamphuis
    “Meer wanbetalers zorgpremie” (Zondag 23 juni 2013, 18:13), NOS