grenzenloos
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: grenzenloos (hulp, bestand)
- IPA: /ˈɣrɛnzə(n)los/
Woordafbreking
- gren·zen·loos
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | grenzenloos | grenzenlozer | grenzenloost |
verbogen | grenzenloze | grenzenlozere | grenzenlooste |
partitief | grenzenloos | grenzenlozers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
- grenzenloos
- verouderde spelling of vorm van grenzeloos tot 2006
- Alhoewel dat oppervlakkig niet zo leek, was zijn eerzucht grenzenloos. [2]
Gangbaarheid
- Het woord 'grenzenloos' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.