grenadier
- gre·na·dier
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘keursoldaat van de infanterie’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1688 [1]
- afgeleid van het Franse grenade (granaat) (met het achtervoegsel -ier) [2] [3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | grenadier | grenadiers |
verkleinwoord | - | - |
- (militair) (beroep) keursoldaat van de infanterie
- (straalvinnigen) Coryphaenoides rupestris een straalvinnige vis uit de familie van rattenstaarten (Macrouridae ), orde van kabeljauwachtigen (Gadiformes ). De vis kan maximaal 110 cm lang en 1690 gram zwaar worden. De hoogst geregistreerde leeftijd is 54 jaar
- [2] rattenstaarten, kabeljauwachtigen, kabeljauwachtige beenvissen, beenvissen, straalvinnigen, beenvisachtigen, chordadieren, dieren
- [1] grenadier-officier, grenadiersmuts, grenadierwever
- [2] Pacifische grenadiervis, grenadiersvis, grenadiervis
- Het woord grenadier staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "grenadier" herkend door:
78 % | van de Nederlanders; |
81 % | van de Vlamingen.[6] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "grenadier" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ (granaat) Wiktionnaire
- ↑ grenadier op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be