grauwachtig
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: grauwachtig (hulp, bestand)
Woordafbreking
- grauw·ach·tig
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | grauwachtig | grauwachtiger | grauwachtigst |
verbogen | grauwachtige | grauwachtigere | grauwachtigste |
partitief | grauwachtigs | grauwachtigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
grauwachtig
- ongezond, grijs
- Alleen de volle mistbanken die hier en daar op het natte veld lagen, schenen werkelijk buiten hem te bestaan, grauwachtige vegen nog, door de vroegte, maar ook zij werden doorschijnend en verdwenen zodra hij naderbij kwam. (uit: Een vriend van verdienste van Thomas Rosenboom)
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord grauwachtig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.