braamsluiper (Sylvia curruca)
  • (IPA in voorbereiding)
  • gras·mus·sen
enkelvoud meervoud
naamwoord grasmussen
verkleinwoord

de grasmussenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord grasmus
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (zangvogels) Sylviidae   een familie van kleine zangvogeltjes die eerder door hun gezang vanuit het gebladerte van hun aanwezigheid getuigen dan dat men ze goed te zien krijgt. De familie telt 2 geslachten en meer dan 30 soorten, maar de opvattingen over deze indeling veranderen nogal eens