• grap·pa
  • Leenwoord uit het Italiaans, in de betekenis van ‘Italiaanse alcoholische drank’ voor het eerst aangetroffen in 1978 [1]
  • van Italiaans grappa [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord grappa grappa's
verkleinwoord grappaatje grappaatjes

de grappam

  1. (drinken) een Italiaanse alcoholische drank, vervaardigd uit de destillatie van restanten van druiven na de wijnbereiding
66 % van de Nederlanders;
74 % van de Vlamingen.[3]


  • gra·ppa
enkelvoud meervoud
grappa grappas

grappa v

  1. (drinken) grappa