Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gra·du·a·le
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord graduale gradualen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het gradualeo

  1. (religie) een Gregoriaans gezang van de Heilige Mis dat in de Tridentijnse liturgie gezongen wordt in de voormis, tussen het epistel en het evangelie
  2. (religie) boek met misgezangen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

59 % van de Nederlanders;
59 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen