graatachtig
- Geluid: graatachtig (hulp, bestand)
- graat·ach·tig
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | graatachtig | graatachtiger | graatachtigst |
verbogen | graatachtige | graatachtigere | graatachtigste |
partitief | graatachtigs | graatachtigers | - |
graatachtig
- gelijkend op, of eigenschappen hebbend van een graat
- Ik had de indruk dat buiten de wind huilde, maar toch waren de vis-graatachtige kronen van de zwarte sparren voor het raam volkomen roerloos. (uit: Het boek der herinneringen van Peter Nadas)
- Het woord graatachtig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.