gordijnroede
- gor·dijn·roe·de
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | gordijnroede | gordijnroedes gordijnroeden |
| verkleinwoord |
- ronde stang waaraan men gordijnen kan ophangen
- ▸ In de hoek van de slaapkamer, naast het raam, staat een gordijnroede.[2]
- ▸ De hindoestaanse gebedsgenezer is door zijn moordenaars - de man was samen met een vrouw - ernstig mishandeld en verminkt. Hij is geschopt, met een gordijnroede geslagen en in zijn been gestoken. Ook propten de daders een onderbroek in zijn mond en boeiden ze hem met handboeien.[3]
1. ronde stang waaraan men gordijnen kan ophangen
- Het woord gordijnroede staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Renée van Marissing“Onze kinderen” (2021), Em. Querido's Uitgeverij
, ISBN 9789021414461
- ↑
Weblink bron “15 jaar cel voor moord op gebedsgenezer” (19 juli 2011), Reformatorisch Dagblad
