goorheid

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  goorheid    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• goor·heid

Woordherkomst en -opbouw

• afleiding van goor met het achtervoegsel -heid

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	goorheid
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de goorheid v

1. het vies, smerig zijn van iets

   • Zombies kunnen wel op de meest spectaculaire wijze om het leven worden gebracht. Goorheid wordt daarbij niet geschuwd en de game heeft terecht een volwassen leeftijdskeuring meegekregen. Verder is de gedwongen speelweg (pijltjes geven aan hoe je verder moet lopen) echt niet meer van deze tijd. Zelfs niet als nostalgisch knipoogje naar videogames van weleer.  
   • Roken op het achterdek van de pont, hoeveel last geeft dat nou eigenlijk? Wat echt erg is: de scooterrijders die alvast starten terwijl de klep nog lang niet naar beneden is, om dan stapvoets vooruit te komen. Dat moet je verbieden en beboeten als je kan. Sinds het bekend is dat zo'n snorscootertje zo veel goorheid uitstoot, rijd ik anders: uitzetten voor een stoplicht dat eeuwen duurt bijvoorbeeld en zeker lopend van de pont af - maar dat deed ik altijd al - zoals velen gelukkig.  
   • Le Pen brandmerkte Chirac wegens de corruptie waarvan de zittende president wordt verdacht, als de peetvader van de goorheid.  
   • Wat mij betreft is er alle reden om de vinger bij een andere zere plek te leggen: de moderne media met al hun goorheid. De media houden ons een spiegel voor van hoe het met de samenleving is gesteld. Maar ze zijn tegelijk een accelerator die ons normbesef verlaagt en ons geweten uitschakelt. Helaas hebben de moderne media een grote invloed op onze kring. Ook christenen kijken naar een verderfelijk programma als Goede Tijden, Slechte Tijden. Waarom durven we niet meer tegen elkaar te zeggen: Houd de media buiten de deur? De televisie hoort niet in het gezin. Doe dat ding wég.”  

Synoniemen

• onzindelijkheid, vuilheid, groezeligheid, viezigheid, smerigheid

Vertalingen

    1.   

Engels: grubbiness (en), dinginess (en), dirtiness (en)

Gangbaarheid

• Het woord 'goorheid' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "goorheid" herkend door:

91 %	van de Nederlanders;
86 %	van de Vlamingen.