goochelarij
- Geluid: goochelarij (hulp, bestand)
- goo·che·la·rij
- Naamwoord van handeling van goochelen met het achtervoegsel -arij [1][2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | goochelarij | goochelarijen |
verkleinwoord |
de goochelarij v
- door misleiding en fopperij mensen dingen laten zien die eigenlijk niet kunnen gebeuren
- De term toverij dekte in de zestiende en de zeventiende eeuw hekserij, waarzeggerij, goochelarij, en andere verschijnselen die door ”demonologen” werden veroordeeld. [3]
- Jannes de Goochelaar zorgt tijdens ’Vier het Voorjaar’ voor een spannende goochelshow vol met middeleeuwse tovenarij en magistrale goocheltrucjes. Dit jaar heeft hij zelfs een van de broeders erg nieuwsgierig gemaakt. Maar het zijn toch vooral de jonge bezoekertjes die Jannes heel speciaal vinden met al zijn geheimzinnige goochelarij. [4]
1.
- Het woord goochelarij staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "goochelarij" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ goochelarij op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Reformatorisch Dagblad Klaas van der Zwaag 12-07-2011 Theologen vreesden in heks pact met duivel
- ↑ De Telegraaf 17 feb. 2016 Magie van de middeleeuwen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be