gondola
- gon·do·la
- uit het Italiaans
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gondola | gondola's |
verkleinwoord |
- boot die men gebruikt in Venetië
- Ze had alle reisgidsen gekocht, en ze verheugde zich op het Colosseum, de Sixtijnse kapel en de gondola’s. Maar toen bleek haar vliegtuig opeens te landen in Holland! Dag gedroomde vakantie, hallo kikkerland - en ze bleek er nog levenslang te moeten blijven ook. [1]
- Het woord gondola staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gondola" herkend door:
75 % | van de Nederlanders; |
74 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ De Telegraaf 17 mrt. 2018 Daphne Deckers: Hetzelfde respect voor mensen met down
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be