gomboom
  • gom·boom
enkelvoud meervoud
naamwoord gomboom gombomen
verkleinwoord

de gomboomm

  1. alle tropische bomen die een kleverig wit melksap in de bast hebben met name de eucalyptus
     In Georgia blijkt de 'gomboom' - die in overvloed aanwezig is - uitstekend materiaal voor de chopsticks te zijn. De stokjes gemaakt van deze bomen zijn recht, soepel en licht gekleurd. Het kost minder dan een cent om een stokje te maken en ze worden verkocht in Chinese supermarkten.[2]
     Doordeweeks is het bijzonder rustig op het strand van Gunluklu. Bossen met pijnbomen en gombomen zorgen voor een fraai uitzicht.[3]
68 % van de Nederlanders;
59 % van de Vlamingen.[4]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    Simone Lautenbach
    “Amerika schiet China te hulp bij tekort aan eetstokjes” (03-08-2011), Tubantia
  3.   Weblink bron “De verborgen stranden van Turkije” (22 mrt. 2016), De Telegraaf
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be