goedgebekt

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  goedgebekt    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• goed·ge·bekt

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  goed bw  en  gebekt bn 

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	goedgebekt	goedgebekter	goedgebektst
verbogen	goedgebekte	goedgebektere	goedgebektste
partitief	goedgebekts	goedgebekters	-

Bijvoeglijk naamwoord

goedgebekt

1. van iemand dat hij of zij heel goed en vlot kan praten

   ▸ Ze was bloedmooi, goedgebekt en boeiend.

   ▸ Faiza Oulahsen is met haar 26 jaar één van de jongste campagneleiders ooit. "Ze is goedgebekt, gefocust en precies wat wij zoeken in een campagneleider die het gevecht om de Noordpool aan moet gaan met miljardenbedrijven", zegt Greenpeace. Ze studeerde in Amsterdam politicologie met als specialisatie internationale betrekkingen. In 2011 solliciteerde ze bij Greenpeace.

Synoniemen

• woordenrijk, eloquent, welsprekend, welbespraakt

Gangbaarheid

• Het woord goedgebekt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.