glossofobie
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: glossofobie (hulp, bestand)
Woordafbreking
- glos·so·fo·bie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | glossofobie | - |
verkleinwoord | glossofobietje | glossofobietjes |
Zelfstandig naamwoord
de glossofobie v
- een pathologische angst voor spreken in het openbaar
Synoniemen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord 'glossofobie' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.