glijgoot
- glij·goot
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | glijgoot | glijgoten |
verkleinwoord | glijgootje | glijgootjes |
- baan waardoor water of goederen naar beneden kunnen stromen
- ▸ De staalkabel moet verhinderen dat kanovaarders de stuw in het riviertje net buiten Almelo via de glijgoot kunnen ‘nemen.’ Waterschap Vechtstromen heeft twee kleine steigers aangelegd.[2]
- (figuurlijk) baan waardoor water of goederen zonder moeite heen kunnen gaan
- ▸ Alles bij elkaar ligt er toch een prachtig stuk infrastructuur, prijst de Duitser zijn werkterrein. Dat Nederlandse critici de lijn afdoen als een ordinaire glijgoot van goederen en grondstoffen voor het Duitse achterland, vindt hij kortzichtig.[3]
- [1] glijbaan, transportgoot
- [1] kanoglijgoot
- Het woord glijgoot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "glijgoot" herkend door:
63 % | van de Nederlanders; |
63 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Ondernemers protesteren tegen ballenlijnen in Loolee die kanovaren minder leuk maken” (29-04-2015), Tubantia
- ↑ Weblink bron Niek Sterk“Als het eenmaal rijdt, dan rijdt het” (14-03-2008), Reformatorisch Dagblad
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be