glasnost
Niet te verwarren met: Glasnost, glasnosť, głasnost |
- glas·nost
- Leenwoord uit het Russisch, in de betekenis van ‘openheidspolitiek’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1987 [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | glasnost | glasnosten |
verkleinwoord | - | - |
de glasnost v
- (politiek) de openheidspolitiek in de voormalige Sovjet-Unie die door partijleider Gorbatsjov in gang is gezet
1.
- Het woord glasnost staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "glasnost" herkend door:
70 % | van de Nederlanders; |
75 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "glasnost" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ glasnost op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- IPA: /glasnɔst/
- glas·nost
- Afgeleid van het Russische гла́сность (glásnosť)
glasnost v
- (politiek) glasnost; de openheidspolitiek in de voormalige Sovjet-Unie die door partijleider Gorbatsjov in gang is gezet
- Zie Wikipedia voor meer informatie.