Nederlands

 
Een glasgrondel
Uitspraak
Woordafbreking
  • glas·gron·del
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord glasgrondel glasgrondels
verkleinwoord glasgrondeltje glasgrondeltjes

Zelfstandig naamwoord

de glasgrondelm

  1. (straalvinnigen) bepaald soort vis, Aphia minuta   een zeegrondel uit de familie Gobiidae   die vrij algemeen langs de Vlaamse en Nederlandse kust voorkomt
     Leeft vrijzwemmend langs de kust en in zeearmen, vaak in scholen. Meestal in ondiep water. Paait in de zomer en legt eieren in lege schelpen. De glasgrondel wordt maximaal één jaar oud.[1]
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Sportvisserij Nederland” (2022)