glasgrondel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: glasgrondel (hulp, bestand)
Woordafbreking
- glas·gron·del
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van glas zn en grondel zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | glasgrondel | glasgrondels |
verkleinwoord | glasgrondeltje | glasgrondeltjes |
Zelfstandig naamwoord
de glasgrondel m
- (straalvinnigen) bepaald soort vis, Aphia minuta een zeegrondel uit de familie Gobiidae die vrij algemeen langs de Vlaamse en Nederlandse kust voorkomt
- ▸ Leeft vrijzwemmend langs de kust en in zeearmen, vaak in scholen. Meestal in ondiep water. Paait in de zomer en legt eieren in lege schelpen. De glasgrondel wordt maximaal één jaar oud.[1]
Hyperoniemen
- grondel, grondelachtigen, baarsachtigen, stekelvinnigen, beenvissen, straalvinnigen, beenvisachtigen, chordadieren, dieren
Gangbaarheid
- Het woord 'glasgrondel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Sportvisserij Nederland” (2022)