glasaal
- glas·aal
- samenstelling van glas zn en aal zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | glasaal | glasalen |
verkleinwoord | glasaaltje | glasaaltjes |
de glasaal m
- (dierkunde) vroeg levensstadium van de aal waarin deze wel de vorm van een aal aanneemt maar nog doorzichtig is en geen tanden heeft
- Het woord glasaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "glasaal" herkend door:
62 % | van de Nederlanders; |
55 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be