• glas·aal
enkelvoud meervoud
naamwoord glasaal glasalen
verkleinwoord glasaaltje glasaaltjes

de glasaalm

  1. (dierkunde) vroeg levensstadium van de aal waarin deze wel de vorm van een aal aanneemt maar nog doorzichtig is en geen tanden heeft
62 % van de Nederlanders;
55 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be