glansloos
- glans·loos
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | glansloos | glanslozer | glansloost |
verbogen | glansloze | glanslozere | glanslooste |
partitief | glansloos | glanslozers | - |
glansloos
- zonder glans, zonder eer
- Hij had een kleine onopvallende, glansloze rol in de mislukte film.
- Veel mensen prefereren een hoogglans verf boven een matte, glansloze verf.
- Het woord glansloos staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "glansloos" herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be