gladmaken
- glad·ma·ken
- samenstelling van glad en maken
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
gladmaken |
maakte glad |
gladgemaakt |
zwak -t | volledig |
gladmaken overgankelijk [1]
- gelijk, effen maken
- glanzig, glimmend maken, polijsten
- vereffenen, aanzuiveren
1. gelijk, effen maken
- Het woord gladmaken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.