gezworene
- ge·zwo·re·ne
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gezworene | gezworenen |
verkleinwoord |
- iemand die iets d.m.v. een eed heeft belooft
- (juridisch) lid van een jury
- [1] beëdigde
- Het woord gezworene staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gezworene" herkend door:
88 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ gezworene op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be