gezagsvol
- ge·zags·vol
- samenstelling van gezag en vol met het invoegsel -s-
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | gezagsvol | gezagsvoller | gezagsvolst |
verbogen | gezagsvolle | gezagsvollere | gezagsvolste |
partitief | gezagsvols | gezagsvollers | - |
gezagsvol
- met veel gezag
- De gezagsvolle leraar had ook veel respect voor zijn hardwerkende leerlingen.
- Het woord gezagsvol staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gezagsvol" herkend door:
90 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be