vlierbloesem
  • (IPA in voorbereiding)
  • ge·wo·ne vlier

degewone vlierm

  1. (bloemplanten) Sambucus nigra op Wikispecies een plant uit de muskuskruidfamilie (Adoxaceae op Wikispecies). De bloei is van mei tot juli. De bestuiving vindt plaats door insecten. De vruchten zijn in september en oktober rijp. De plant vermeerdert zich door zaad, dat met name door spreeuwen, die dol op de bessen zijn, wordt verspreid. Botanisch gezien zijn de bessen steenvruchten. De gewone vlier is voor veel dieren giftig vanwege cyaanverbindingen in het blad