gewone bospatrijs

Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • ge·wo·ne bos·pa·trijs
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gewone bospatrijs gewone bospatrijzen
verkleinwoord gewoon bospatrijsje gewone bospatrijsjes

Zelfstandig naamwoord

de gewone bospatrijsm

  1. (hoendervogels) Arborophila torqueola   een vogel uit de familie fazantachtigen (Phasianidae). De wetenschappelijke naam van de soort is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1826 door Achille Valenciennes. De soort komt voor van het westen van de Himalaya tot het noordwesten van Vietnam en telt 5 ondersoorten
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie