gewone boon

Nederlands

Snijboon

Uitspraak

• Geluid:  gewone boon    (hulp, bestand)

• (IPA in voorbereiding)

Woordafbreking

• ge·wo·ne boon

Woordherkomst en -opbouw

• verbinding van  gewone  en boon

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	gewone boon	gewone bonen
verkleinwoord	gewoon boontje	gewone boontjes

Zelfstandig naamwoord

de gewone boon v / m

1. (bloemplanten) Phaseolus vulgaris  een plant uit de vlinderbloemenfamilie (Fabaceae of Leguminosae). De soort is afkomstig uit Zuid-Amerika en heeft in het Middellandse Zeegebied bijna het volledige bestand van peulvruchten verdrongen. De plant is eenjarig, van oorsprong windend, doch meerdere 'stamvarianten' werden ontwikkeld. De bloeiwijze is een tros, en de bloei vindt plaats van juni tot september

Hyperoniemen

• spekboon, vlinderbloemenfamilie, zaadplanten, fabiden, rosiden, bedektzadigen, landplanten, planten

Gangbaarheid

• Het woord 'gewone boon' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

• [1] gewone boon in het Nederlands Soortenregister N
• [1] gewone boon op Wikidata