• ge·we·tens·nood
enkelvoud meervoud
naamwoord gewetensnood gewetensnoden
verkleinwoord

de gewetensnoodm

  1. een moeilijke, problematische situatie die ontstaat door morele twijfel over wat en hoe te handelen
    • Chelsea, vroeger Bradley, Manning, werd in 2009 naar Irak gestuurd om inlichtingen te vergaren. Ze verzamelde gegevens over Iraakse opstandelingen en raakte in gewetensnood toen ze zag dat het leger op basis van nauwelijks betrouwbare informatie beslissingen nam over leven en dood.[1] 
    • Een openlijke strijd tussen Nederland en Vlaanderen wordt het Groot Dictee der Nederlandse Taal ook dit jaar. Toch brengt dat de auteur ervan, de Vlaamse schrijfster Lieve Joris, woonachtig in Amsterdam, geen moment in gewetensnood. 'Ook al woon ik al 40 jaar in Nederland, ik blijf een Belg. Joris (62), die onder meer Terug naar Congo (1987) schreef en De poorten van Damascus (1993), is net terug uit Congo waar zij deelnam aan het 'Fête du livre' in Kinshasa.[2]  
96 % van de Nederlanders;
91 % van de Vlamingen.[3]
  1. NRC Valk Guus 18 januari 2017
  2. Volkskrant Mariken Smit, Pieter Evelein 17 december 2015
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be