Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·wes·te·lijk
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen gewestelijk gewestelijker gewestelijkst
verbogen gewestelijke gewestelijkere gewestelijkste
partitief gewestelijks gewestelijkers -

Bijvoeglijk naamwoord

gewestelijk

  1. een streek groter dan een gemeente maar kleiner dan een staat
    • Een streektaal wordt ook wel een gewestelijke taal genoemd, anderen noemen het gewoon plat praten. 

Gangbaarheid

92 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be