gevangenenbewaarder
- ge·van·ge·nen·be·waar·der
- samenstelling van gevangene en bewaarder met het invoegsel -n-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gevangenenbewaarder | gevangenenbewaarders |
verkleinwoord | gevangenenbewaardertje | gevangenenbewaardertjes |
de gevangenenbewaarder m
- iemand die zorgt dat gedetineerden niet kunnen ontsnappen, maar ook zorgdraagt voor de gevangenen, penitentiair inrichtingswerker
- De gevangenenbewaarder heeft de sleutels van de cellen.
- De gevangenenbewaarder let op de gezondheid van de gevangenen.
- Het woord 'gevangenenbewaarder' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.