1. Eb in een getijdenrivier.
  • ge·tij·den·ri·vier
enkelvoud meervoud
naamwoord getijdenrivier getijdenrivieren
verkleinwoord - -

de getijdenrivierv / m

  1. (aardrijkskunde) waterstroom waarvan de stroomrichting of waterstand door eb en vloed worden beïnvloed
     Laat in de middag verscheen in Northumberland de Noordzee in beeld. (…) De kustplaatsjes met getijdenrivieren en kastelen in de diepte heetten Alnmouth en Bamburgh en riepen een groot verlangen op om daar te zijn.[2]
     Op de bodem van deze getijdenrivier bevinden zich drempels die diepstekende zeeschepen hinderen.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    Tommy Wieringa
    “Te land, ter zee” (31 augustus 2019) op nrc.nl  
  3.   Weblink bron
    Kester Freriks
    “Hedwigepolder is nu nog droog” (20 augustus 2009) op nrc.nl