gespoord
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ge·spoord
Woordherkomst en -opbouw
- bn: pseudodeelwoord afgeleid van spoor zn met het omvoegsel ge- -d [1]
- ww: vervoeging van sporen: de stam met omvoegsel ge- -d [2][3][4]
stellend | |
---|---|
onverbogen | gespoord |
verbogen | gespoorde |
partitief | gespoords |
Bijvoeglijk naamwoord
gespoord
- voorzien van sporen, met sporen
- Met gespoorde laarzen stapte de cowboy de saloon in.
- In de vorm van een spoor
- De gespoorde loipen voeren door besneeuwde bossen.
Vertalingen
Werkwoord
vervoeging van: | sporen… |
verbogen vorm: | gespoorde |
gespoord
- voltooid deelwoord van sporen
Gangbaarheid
- Het woord gespoord staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.