gereserveerdheid
- ge·re·ser·veerd·heid
- afleiding van gereserveerd met het achtervoegsel -heid[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gereserveerdheid | |
verkleinwoord |
de gereserveerdheid v
- het voorzichtig zijn met het delen van je gedachtes of meningen
- ▸ Volgens Nijhuis is er bij Tukkers sprake van een bepaalde gereserveerdheid. ,,Een andere bekende Twentse reactie is 'joa joa'. Velen denken dat dit 'nee' betekent, maar dat is niet zo. Waar mensen elders in Nederland zeggen 'dat is absoluut zeker', zegt de Tukker 'joa joa'. Maar het betekent allebei hetzelfde."[2]
- ▸ Correcte mensen dus, daar bij de DKH. Die tegelijkertijd volgens Bos onderling volop grappen maken over de Oranjes – al is het maar omdat ze dat nergens anders kunnen doen. Naar buiten toe kan daar natuurlijk geen sprake van zijn: dan is gereserveerdheid de norm.[3]
- Het woord gereserveerdheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Complimentendag? Mwoah, de Tukker is niet zo lovend...” (01-03-2016), Tubantia
- ↑ Weblink bron “De dag dat koningin Beatrix naar de IKEA ging” (16/09/2012), HP de Tijd