gemeenschapszin
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ge·meen·schaps·zin
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van gemeenschap en zin met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gemeenschapszin | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- gevoel van verbondenheid met de medemensen of de gemeenschap waartoe men behoort
Synoniemen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord gemeenschapszin staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.