gemêleerd
- ge·mê·leerd
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | gemêleerd | gemêleerder | gemêleerdst |
verbogen | gemêleerde | gemêleerdere | gemêleerdste |
partitief | gemêleerds | gemêleerders | - |
gemêleerd
- bestaande uit veel deelgroepen
- De groep die het deze week samen doet, is heel gemêleerd: dertigers, veertigers, eigenlijk alle generaties hebben er op deze manier wel lol in... Op zich is deze plek natuurlijk enorm geschikt: toeristisch is het een heel centraal punt. [1]
- De cybereenheid bestaat uit een gemêleerd gezelschap, zegt de woordvoerder van het ministerie. "Het is een heel diverse club: er zijn mensen die eerder in het bedrijfsleven zaten, collega's in uniform maar ook het meer stereotype hacker, met iets te groot shirt en paardenstaart." [2]
vervoeging van: | mêleren… |
verbogen vorm: | gemêleerde |
gemêleerd
- voltooid deelwoord van mêleren
- Het woord gemêleerd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gemêleerd" herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
48 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Tubantia P. Zandee 18 augustus 2018 Streekproducten én nostalgie in popup-store Van Hier bij Kerkemeijer
- ↑ Tubantia N. Klaassen 15 oktober 2018 Oorlog met Rusland? Tachtig cybersoldaten staan klaar
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be