• ge·luids·wal
enkelvoud meervoud
naamwoord geluidswal geluidswallen
verkleinwoord

de geluidswalm

  1. een vaste structuur die gemaakt is om geluid tegen te houden
    • De knotwilg in kwestie zat onder de doodshoofdtattoeages en droeg een T-Shirt met het tourschema van een band uit ’83. Je onderhandelt met jezelf, denkt ‘ik kwam voor de muziek, niet voor het zicht’ maar zo’n laag botten, spieren en welvaartsvet zorgt toch voor een geluidswal waavoor ze langs de A1 hun handen zouden dichtknijpen. [1] 
99 % van de Nederlanders;
88 % van de Vlamingen.[2]
  1. NRC Ellen Deckwitz 24 augustus 2016
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be