geluidsband
  • ge·luids·band
enkelvoud meervoud
naamwoord geluidsband geluidsbanden
verkleinwoord geluidsbandje geluidsbandjes

de geluidsbandm

  1. magnetische band waarop men muziek of ander geluid kan vastleggen
     Voor helikopterlawaai, bedenk ik nu, kunnen we de geluidsband van The Deer Hunter gebruiken.[2]
     Hij gaat nog een stap verder: "We denken hier toch allemaal aan Watergate. Het wissen van een geluidsband is gif. Dat is bijna politieke zelfmoord, onder normale omstandigheden. Dit vraagt om een verklaring. Maar tot nu toe hebben we geen bevredigende verklaring gekregen."[3]
     Temer stemde op de geluidsband in met het betalen van steekpenningen aan de oud-voorzitter van het Huis van Afgevaardigden, Eduardo Cunha. Die zit een celstraf van 15 jaar uit vanwege corruptie.[4]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Advocaat van de Hanen” (1990), De Bezige Bij  , ISBN 9789023479925
  3.   Weblink bron
    Edwin Schoon
    “Voormalig FIFA-hervormer luidt noodklok over Infantino” (08-06-2016), NOS
  4.   Weblink bron “Braziliaanse president: geluidsopname is gemanipuleerd” (20-05-2017), NOS