geleidebaak
- Geluid: geleidebaak (hulp, bestand)
- IPA: / ɣəˈlɛidəˌbak / (4 lettergrepen)
- ge·lei·de·baak
- samenstelling van geleide zn en baak zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | geleidebaak | geleidebaken |
verkleinwoord | - | - |
- (verkeer) afbakening van de weg in de vorm van een schuin rood-witgestreept langwerpig bord, in een rij op de grens van de rijbaan op plaatsen die tijdelijk onoverzichtelijk zijn
- De jongens stonden in de nacht van woensdag op donderdag op de Hanzeboog en wierpen de rood-witte wegafscheider de brug af. De geleidebaak, zoals de bordjes officieel heten, landde 10 meter achter een politieauto. [1]
- (scheepvaart) een van de twee lichten of andere zichtbare tekens die op één lijn in het verlengde van een rechte vaargeul zijn geplaatst, zodat je kan bijsturen zodra je ze niet meer recht boven elkaar ziet staan
- Volgt de vaargeul (lees stroomdraad) over lange afstanden dezelfde oever, dan wordt een zogenaamde geleidebaak geplaatst. [2]
-
1. Een geleidebaak van het type BB35-R
-
1. Enkele geleidebaken bij een wegafzetting.
-
2. De twee geleidebaken in Nantucket .
-
2. Links de twee geleidebaken voor de rode lichtlijn bij Hoek van Holland .
-
2. Een geleidebaak in Hoek van Holland.
- Voor de wegbebakening is de vorm "geleidebaak" het meest gebruikelijk, voor de bebakening is "geleidebaken" meer gangbaar.
- Het woord 'geleidebaak' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Vermeer, R.Jongeren gooien verkeersbord van brug (8 juni 2017) op website: deStentor.nl; geraadpleegd 2018-10-06
- ↑ Commissie Binnenvaartrampenwet"Verslag omtrent de aanvaring tussen het sleepschip 'Leo 29' en de kabel van de gierpont te Tiel." VBVR 30, bijvoegsel: Nederlandsche Staatscourant nr. 114 (17 juni 1953); p. 2; geraadpleegd 2018-10-06