• gel·de·lijk
  • afgeleid van geld met het invoegsel -e- met het achtervoegsel -lijk
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen geldelijk geldelijker geldelijkst
verbogen geldelijke geldelijkere geldelijkste
partitief geldelijks geldelijkers -

geldelijk

  1. gerelateerd zijn aan geld
    • Wie denkt dat het geldelijk gewin is dat Rowling drijft –ze begon als bijstandsmoeder met uitkering te schrijven en is inmiddels een van de rijkste vrouwen van het Verenigd Koninkrijk - die heeft er weinig van begrepen. Ze geeft grote sommen van haar vermogen en royalty’s aan goede doelen. Nee, het is het plezier en de magie van de verbeelding die Rowling drijft. En haar fans begrijpen dat. Vandaar dat er voorlopig geen einde komt aan Harry Potter. (Paul Steenhuis NRC 12 februari 2016) 
86 % van de Nederlanders;
83 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be