Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·laats·trek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gelaatstrek gelaatstrekken
verkleinwoord gelaatstrekje gelaatstrekjes

Zelfstandig naamwoord

gelaatstrek m

  1. de lijnen in het gezicht die een bepaalde uitdrukking geven
     Er piepten blonde krullen onder de rand van haar smoezelige muts uit. Ze zou een mooi gezicht hebben gehad als haar pafferige huid haar tere gelaatstrekken niet had verhuld.[1]
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Danielle Teller (vert. Marja Borg)
    “Er was eens iets anders” (2018), , ISBN 9789026346477
  2.   Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be