geelbruine herfstuil
- (IPA in voorbereiding)
- geel·brui·ne herfst·uil
- verbinding van geelbruine en herfstuil
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | geelbruine herfstuil | geelbruine herfstuilen |
verkleinwoord | geelbruin herfstuiltje | geelbruine herfstuiltjes |
de geelbruine herfstuil m
- (vlinders) Agrochola macilenta een nachtvlinder uit de familie van de uilen, de Noctuidae. De voorvleugellengte bedraagt tussen de 14 en 16 millimeter. De soort komt verspreid over Europa en Voor-Azië voor. Hij overwintert als ei
- Het woord 'geelbruine herfstuil' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.