• (IPA in voorbereiding)
  • geel·band·kriel·tje
enkelvoud meervoud
naamwoord
verkleinwoord geelbandkrieltje geelbandkrieltjes

het geelbandkrieltjeo dim. tant.

  1. (tweevleugeligen) Paragus quadrifasciatus   een vliegensoort uit de familie van de zweefvliegen (Syrphidae). De wetenschappelijke naam van de soort is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1822 door Meigen