• gat·sie

gatsie

  1. (krachtterm) om walging uit te drukken
     De meeste Israëliërs zeggen: ‘gatsie, ik partijlid?’ Niemand wil zich afficheren met het cliëntelisme. Door alle corruptieschandalen zijn mensen vies van politiek.[2]
     Wij zagen hoe in het bewuste dorp in de vroege morgen de ingezetenen elkaar luizen uit het haar plukten, waarna de aldus gevangen dieren tussen de tanden van de "jager" werden vermorzeld. „Gatsie, je hóórt de pietjes kraken !" riepen de mannen.[3]
  1. P.G.J. van Sterkenburg
    Vloeken. Een cultuurbepaalde reactie op woede, irritatie en frustratie, 2e druk (2001), Sdu Uitgevers, Den Haag, ISBN 9789012090261, p. 311
  2.   Weblink bron
    Leonie van Nierop
    “Jongeren willen Likud heroveren” (31 januari 2012) op nrc.nl  
  3.   Weblink bron
    Tomaso
    De kannibaal met de bril in: de Stem, jrg. 101 nr. 23657 (25 april 1961), p. 13 kol. 4